Een beplanting is mooi als u en evt. medegebruikers het mooi vinden. Om teleurstelling te voorkomen en dure, maar verkeerde uitgaven te doen is het handig om uzelf goed voor te bereiden. We hebben een aantal tips voor een goede beplanting voor u op een rijtje gezet. Daarnaast ziet u bij veel onderwerpen links staan naar eerdere berichten over dat onderwerp.
Uw creativiteit is het belangrijkste aspect bij het vormgeven aan uw beplanting. Om vaste planten in de tuin te gaan gebruiken is een goede kennis van het gewas belangrijk. Textuur en kleur zijn belangrijk, maar het grootste deel van het seizoen staat de plant zonder bloei en hoe ziet hij er dan uit. Veel beginnende tuiniers kiezen ervoor om in een bepaalde kleur te gaan werken en komen zaken als bijvoorbeeld de ecologie van de planten niet aan de orde. Om er voor te zorgen dat een beplanting niet snel gaat vervelen en dus saai is of juist te druk, overwoekerende dominante planten bevat, etc. zijn er een aantal tips die u helpen de voor u perfecte beplanting te maken.

‘Borders moeten u overspoelen en meenemen als de hoge golven van een opspattende branding’.
Ton ter Linden

De tuinstijl
Het eerste waar u over na moet denken is de stijl waarin u gaat werken aan uw beplanting. Naast planten in potten hebben de meeste (plantrijke) tuinen ook plaats in de volle grond. Deze plekken noemen we borders, in het verleden werden ook termen als bloembed of perk gebruikt.
Borders worden vaak omsloten door aan de achterzijde een tuinscherm of nog liever een haag en aan de voorkant door een gazon of tuinpad. Een haag is, of het nu om een klassieke of moderne tuin gaat, altijd een mooiere achtergrond voor uw planten en beter voor de biodiversiteit.
Er zijn heel veel tuinstijlen die vaak ook een bepaald tijdsperk in de lange geschiedenis bestrijken. Zo is er de Landschappelijke tuin, Baroktuin, Renaissance stijl en de tuin in Dutch Style. Er ontstaan formele en informele tuinstijlen. Een tuinstijl is een bepaalde wijze van vormgeven die een groot aantal kunstenaars gemeen heeft.
In de oudheid waren het nomadenstammen die zich min of meer gingen vestigen. In het boslandschap werd een plek gemaakt voor de woonplaats, de ruimte die over was werd gebruikt om voedingsgewassen op te verbouwen. Er kwam een erfafscheiding van dichte, stekelige planten samen met puntige stokken. In deze regionen werd dit tun of tuin genoemd.
Een overzicht van een aantal stijlen en hun plek in de tijd:
- Vroege-Romaanse stijl 1000 – 1080
- Romaanse stijl 1080 – 1150
- Gotische stijl 1150 – 1450
- Renaissance stijl 1420 – 1630
- Barok stijl sinds 1600
- Stijlimitaties of Neoklassiek 1800
- Romantiek
- Moderne stijl of nieuwe zakelijkheid sinds 1900
En dan zijn er nog de tuinkunstperiodes op zich, te weten:
- middeleeuwen 500 – 1500
- renaissance 1500 – 1600
- barok 1600 – 1760
- landschapsstijl 1760 – 1880
- Modern, hedendaags
Lees ook:
Een mooie haag is de trots van elke tuinliefhebber
Een haag is een van de oudste manieren om een grens aan te geven. Hagen kunnen dienen als afbakening en bescherming. Hagen zijn ook vaak de plekken waar veel vogels voedsel en bescherming zoeken. Een haag kan ook een mooie achtergrond vormen voor uw beplanting. Door de opkomst van vaak foeilelijke bouwmarkt-schuttingen heeft de haag…
GO WILD! Geschiedenis van de Natuurstijl in de tuin
De laatste jaren is er volop belangstelling voor de Natuurrijke Tuin. In ons eigen land waren het tuinpioniers zoals o.a. Piet Oudolf, Rob Leopold, Henk Gerritsen en Ton ter Linden die internationaal bekendheid kregen
Cottage Garden Old Buckhurst in Kent
Old Buckhurst Garden is een schoolvoorbeeld van een echte cottage garden, de tuin bevat alle onderdelen van wat je van deze tuinstijl mag verwachten. Borders met uitbundige beplanting op kleur, een kitchen garden en een kleine kwekerij maken de tuin waar John en Jane Gladstone 25 jaar geleden mee zijn gestart compleet. De eigenaren hebben…
De middeleeuwse tuin heeft eeuwenlang dezelfde indeling. Net als de kloostertuin. In de 20e eeuw zien we de opkomst van de cottagetuin met borders vol bloemen. Het is een tikje burgerlijke stijl. Bij dit soort tuinen zien we de ordening naar aparte tuinkamers, meestal gescheiden door een haag. Zo komen er ruimtes voor kruidenteelt, rozenteelt, bloementeelt, groente- en fruitteelt. De huidige (boeren)tuin is hier een afleiding van, maar is veel meer dan zijn voorgangers onderhevig aan mode en is trendmatig.
Het gebruik van bepaalde planten is aan mode onderhevig. De voorbije decennia kwamen er mensen wonen in huizen met een tuin waar zij totaal niet in waren geïnteresseerd. Veelal werden deze (stads) tuinen royaal gevuld met tegels. Vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw is er langzaam maar zeker een tuinstijl in wording waar weer volop plek is voor planten. Steeds meer mensen zijn zich bewust van de positieve eigenschappen van groen om zich heen.
Bij het kiezen voor een bepaalde tuinstijl is er volop keus. Wat dacht u bijvoorbeeld van een cottagetuin, een kruidentuin, een rozentuin etc. U kunt ook een thema kiezen als bijv. een bostuin of geurtuin, maar ook het landschap van een land waar u graag komt kan uw inspiratie zijn.

Kijk ook eens op het videokanaal FLORATUBE.ORG voor nog veel meer inspiratie.

William Robinson (1838-1935) maakte zijn borders langwerpig wat bij een klassieke tuin hoort, maar zijn invulling was alles behalve klassiek. Hier was hij dus duidelijk zijn tijd vooruit.


Vormgeving en opbouw borders
De klassieke beplanting heeft borders met een achtergrond van een haag, muur of schutting. De borders met strakke lijnen worden opgebouwd als een oude klassenfoto van hoog aan de achterkant en laag voorin. De borders hebben vaak een vierkante of langwerpigere vorm. De haag bestaat uit Taxus, deze is altijd groen en goed, strak te snoeien. De planten worden in groepjes geplant en ook herhaald. Ook een schutting is goed te vergroenen door er klimop – Hedera helix ‘Woerner’ – deze soort heeft een mooie bladtekening en nervenstructuur. Bij de klassieke tuin of formele tuin kunnen ook heesters gebruikt worden, zij mogen hun volle habitat bereiken en zijn er dus niet om je met je snoeischaar eens lekker tekeer los te gaan.
De hedendaagse tuin heeft een meer organisch uiterlijk. Hagen en vormsnoei kunnen in deze tuin ook een plekje krijgen. Doordat de beplanting een wild uiterlijk heeft kunnen vierkante, bolle of zuilvormige vormsnoei visueel voor rustpunten zorgen. De borders zijn vaak in gebogen of organische vormgeving en rondom te bekijken. Meer dan bij een klassieke tuin krijg je in de informele tuin het gevoel deel uit te maken van het geheel, en dat is nu precies waar veel mensen naar op zoek zijn. Opvallende planten noemen we hier structuurplanten die net als de andere planten geplant worden in herhaling, iets wat uiteraard in een grotere tuin het beste effect geeft.

De meest ideale plek voor een border heeft enkele uren zon per dag, een border in de schaduw heeft als nadeel dat de planten een stuk minder bloei laten zien. Door bij uw plantkeuze een verlengde bloei te krijgen is het mogelijk dat uw beplanting in 5 á 6 maanden bloei zal laten zien.
Het is natuurlijk afhankelijk van de grootte uw tuin maar probeer de border niet te smal of ondiep te maken. Een minimum van 1,50 meter moet in de meeste tuinen toch wel haalbaar zijn. Houd rekening met de kijkrichting vanuit het huis.
Werk van Piet Oudolf voor kunstgalerij Hauser en Wirth Somerset, England
Het is ook aanbevolen om rekening te houden met het microklimaat in uw tuin. Het microklimaat van een tuin wordt kort samengevat veroorzaakt door aspecten als:
- De locatie
- De erfafscheiding
- De beplanting
- Weersomstandigheden
- Etc.
In een kleine tuin gebruikt u een lage beplanting. Hogere planten krijgen dan de functie van een solitaire plant.
Bij een formele en in een informele tuin is het van groot belang dat de planten zich op hun gemak moeten voelen. Het is een kwestie van de juiste plant op de juiste plek. Een beetje plantenkennis kan dus geen kwaad, als beginner kan u dus best wel eens fouten maken, hier moet u een fout zien als een leermoment. Probeer in wilde bloemenweides en het bos goed de plantgemeenschappen te observeren. Een varen heeft in het bos het liefst schaduw die wordt veroorzaakt door de hogere heesters en bomen, hij zal dus in de zon niet op zijn best zijn.
By Oudolf: Oudolf Garden Detroit
Waar je ook kijkt op de website van dit project, nergens is een andere naam te vinden, dus dan heet het echt Oudolf Garden Detroit. Dat is toch eigenlijk het summum in de tuinarchitectuur, de tuin die je hebt ontworpen, waar ook enkele uitdagingen in waren, draagt jouw naam. Normaliter moet er een tuin of…
Lees verderBy Oudolf, Bury Court Gardens
Deze tuin was in 1996 de eerste opdracht van Piet Oudolf in Engeland. De meeste Britten hadden in de jaren negentig wel over Oudolf gehoord maar waren in de veronderstelling dat hij een plantenkweker was die veel nieuwe soorten op de markt bracht, en als bijzaak ook nog wat tuinen ontwierp. Het omgekeerde was waar,…
Lees verderBy Oudolf, High Line Park New York City
Dankzij de enorme inzet en vastberadenheid van twee jongemannen uit New York City is er uiteindelijk aan de zuidkant van Manhattan een park gekomen dat zeer succesvol is geworden. Het park gelegen op een eens verwaarloosd stuk verhoogd spoorlijn is een innovatief en trendsettend stuk openbaar groen geworden. Daarbij kwam de positieve invloed van het…
Lees verderVan gatenvullers tot structuurplanten
Bij tuinen in de natuurstijl is transparantie van de hogere lagen belangrijk, zodat er nog zonlicht op de onderste laag komt. Ook de herhaling van zgn. structuurplanten is van belang. De gatenvullers moeten worden verspreid over de gehele beplanting, dit zorgt voor de verbinding van het geheel en geeft de tuin een natuurlijk karakter. De verhouding is als volgt: 30% structuurplanten en 70% gatenvullers.
Werk van Ton ter Linden
Foto’s: Gert Tabak
Gatenvullers
Gatenvuller
Laagblijvende soorten, extreme gatenvullers die er na de zomer niet mooi meer uitzien.
Bijvoorbeeld:
- Geranium
- Campanula
- Saponaria
Iets hogere gatenvuller die na de bloei de neiging hebben amorf (vormeloos) te worden.
Bijvoorbeeld:
- Centranthus ruber
- Knautia macedonica
- Euphorbia dulcis ‘Chameleon
Intermediaire planten, waarvan er veel na de bloei een sterke structuur krijgen.
Bijvoorbeeld:
- Thalictrum aquilegiifolium
- Phlomis russeliana
- Sedum telephium
Intermediaire planten die in bloei hoog en structureel zijn, maar na de bloei opvallend minder structureel zijn.
Bijvoorbeeld:
- Hemerocallis cultivars
- Molinia carulea
- Phlox paniculata
De sterkste vormen, hogere, sterke structuurplanten die zelfs in de winter hun structuur behouden.
Bijvoorbeeld:
- Cimicifuga simplex
- Eupatorium purpureum
- Monarda cultivars
Structuurplanten
Bron: Oudolf/Kingsbury – Ontwerpen met planten
Creativiteit van de meesters
Zie de regels of aspecten van een goede beplanting niet als een aanslag op uw creativiteit. Laten we het tips noemen dat klinkt leuker dan regels met uw eigen stijl of creativiteit staat garant voor een perfecte border.
De creativiteit van bekende ‘Dutch Wave‘ tuinontwerpers geeft herkenning, maar kan ook veranderen en doorontwikkelen. Toen Ton Ter Linden in de Tuinen van Ruinen werkte met hagen achter zijn borders die vaak hoogopgaande planten bevatten en het gevoel gaven dat je werd overspoeld. Ton vindt een border die geleidelijk van laag naar hoog is opgebouwd, maar saai. Hij maakt op een bijna speelse manier gebruik van de hoogte van planten. Vaak maakt hij gebruik van hoge planten vooraan in de border. Hij maakt daarbij gebruik van planten met een doorzichtige structuur of een ragfijne bloeiwijze. Dit zijn bijvoorbeeld grassen, Thalictrum of planten met een aarvormige bloei. Het spelen met de hoogte zoals Ton dat doet dwingt u tegen een beplanting op te zien. Het moest een overweldigende ervaring zijn waarbij u als het ware wordt opgenomen in een overvloed van schoonheid.
Later werden zijn tuinen nog natuurlijker dit manifesteerde zich in zijn tuinen in De Veenhoop. Zijn tuinen werden nagebootste stukjes natuur, naar zijn ideaalbeeld daarvan.
Rondom zijn huidige woning ligt nu een tuin die naast zijn natuurlijke uiterlijk ook onderhoudsvriendelijk is, deze tuin is overigens niet te bezoeken.
Piet Oudolf mag gerust een van de meest vooruitstrevende tuinontwerpers worden genoemd. Piet is er verantwoordelijk voor dat de natuur zich voorgoed in veel tuinen heeft gevestigd en er voor zorgde dat we ook alle seizoenen zijn gaan waarderen en verwerken in de tuin. Het skelet van bepaalde planten hebben een prachtige architectuur na te zijn afgestorven. Dit fenomeen kreeg de naam ‘afterlife‘, het is niet alleen mooi, maar is ook ten goede aan de biodiversiteit aangezien in de holle stelen insecten overwinteren.
Oudolf was aan het begin van zijn tuinontwerpen vooral geïnspireerd door niemand minder dan Mien Ruys. In zijn vroege ontwerpen zien we dan nog veel rechte lijnen, maar met het verstrijken van de tijd veranderde zijn invulling van de borders naar natuurlijk. Als Piet en Anja Oudolf naar Hummelo verhuizen krijgen zijn lijnen een meer organische vorm. Plantenexpedities en zijn tuin als laboratorium veranderde ook zijn plantkeuze naar veel inheems en vanuit de prairies van noordelijk Amerika. Zijn ontwerpexperimenten laten zien dat de natuur zijn belangrijkste inspiratiebron is, Piet wil niet kopiëren, maar een stemming overbrengen.
Andere Dutch Wave tuiniers waren/zijn o.a. Henk Gerritsen (Priona Tuinen), Rob Leopold (oprichter zadenkwekerij de Cruydthoeck) en Jacqueline van der Kloet van de Theetuin in Weesp (te bezoeken tuin met veel vaste planten en voorjaarsbollen)
Werk van de Britse Arne Maynard
Foto’s boven: Arne Maynard
Syringa Delphinium
Stemming
Het is best moeilijk om een bepaalde stemming te beschrijven. Factoren als de weersomstandigheden, hoeveelheid licht en de locatie kunnen bijdragen aan een stemming, maar zijn niet allemaal door ons te beïnvloeden.
Stemming in een tuin kan al een oude karaktervolle boom zijn die een bepaald gevoel meegeeft. Het kan ook het omringende landschap zijn. Veel kan bereikt worden door de (vaste)plantkeuze en de verwerking van deze planten in de tuin. Stemming wordt door eenieder anders ervaren. De stemming die u in uw tuin wilt bereiken kan bewust of onbewust gevoelens oproepen aan plaatsen die u heeft bezocht of ervaringen die u heeft beleefd. In uw tuin kunt u dan ook harde landschapselementen gebruiken om de juiste stemming te versterken.
Gaat u graag naar Schotland of Oostenrijk dan zou u kunnen denken aan een bostuin met heesters, coniferen met varens en bijvoorbeeld enkele boomstronken in de tuin verwerken. Stemming kan ook vaak worden versterkt door geurende planten.
Lees ook: Genius of Place, haal meer uit uw tuin
Genius of Place is een term die vooral in de achttiende eeuw werd gebruikt door ontwerpers, zoals Frederick Law Olmsted (tuin- en landschapsarchitect van o.a. het Central Park in New York City). De term heeft alles te maken met de ziel van een tuin of park. De ontwerper of eigenaar wil bereiken dat er een bepaalde stemming aan het ontworpen geheel wordt gegeven.
Genius of Place (Sense of Place) betekent letterlijk; de geest van een plaats. Met geest werd in de Romeinse mythologie een beschermgeest beduid. Vaak werd deze afgebeeld als een slang. In het Latijns werd het Genius Loci genoemd. Naast religieuze plekken waren dit ook gebouwen, pleinen of zelfs steden. In de architectuur verwijst het begrip tevens naar de bouwrichtlijnen en kenmerken van een plaats die bepalend zijn voor het architectonisch ontwerp. Het begrip betekent ook de geestelijke atmosfeer rond een plek gemaakt door de geest van de mensen die op deze plek aanwezig zijn of waren. Bron; Wikipedia
Pelargonium Pelargonium
Kleurgebruik
Kleur en dan vooral de voorkeur voor een bepaalde kleur is voor veel beginnende tuiniers de belangrijkste reden bij de plantkeuze. Vaak wordt er dan voorbij gegaan aan de ecologie of de standplaatseis van een groep planten. Blijf hier dus alert!

Kleur is dus heel persoonlijk! Toch zijn er wat regels tips die u kunnen helpen met kleurgebruik en te kiezen voor contrasterende of harmonieuze kleuren. In de klassieke formele tuin speelt kleur een belangrijker rol dan in de informele tuin. De klassieke border bestaat vaak uit een (hoofd)kleur al of niet in combinatie met harmonieuze (steun) kleuren. Het kan ook uit meerdere kleuren bestaan die door behulp van een soort kleurspatten in elkaar overlopen. Bij de natuurrijke tuin is kleur een onderdeel van het geheel. Kleur is dan subjectief en kan erg worden beïnvloed door de weersomstandigheden. Zo kan een kleurencombinatie er op een bepaald moment subliem uitzien en op een ander moment als saai worden ervaren.
Bij de kleurenwijzer of cirkel kunnen we zien, welke keuren voor een contrast zorgen, deze liggen in de cirkel tegenover elkaar. Een harmonieus effect bereik je met kleuren naast elkaar. We willen hierbij niet in clichés treden, maar vrouwen hebben een veel subtieler gevoel voor kleureffecten dan mannen die vaak voor contrasterende combinaties gaan. Doe dus vooral wat u zelf mooi vind, toch zijn er nog wat aspecten over kleurgebruik.

- Kleur/kleur contrast: een lichte tegenover een donkere kleur
- Koud/warmte contrast: een warme kleur (rood) tegenover een koele kleur (blauw)
- Complementair contrast: gebruik van twee kleuren die tegenover elkaar in de kleurencirkel liggen
Naast nog een aantal klankkleuren is er ook de Ton-sur-ton ook wel toon-in-toon genoemd, wordt gevormd uit drie of meer overeenkomende kleurtonen, die in de kleurencirkel naast elkaar liggen.
Nog een beetje kleur bekennen…
Het belangrijkste wat u van kleurgebruik moet weten is dat u er eigenlijk niets van hoeft te weten!
Er bestaat geen enkele foute kleurcombinatie, volg uw gevoel. Desnoods maakt u er een kakelbonte beplanting van, als u zich er maar prettig in voelt en het niet op uw zenuwen gaat werken. Durf en experimenteer!





Rood
Rood geeft over het algemeen een warme ervaring en doet ook het meest denken aan een tropische tuin, dan vaak in combinatie met oranje en geel. Rood is ook de kleur van hartstochtelijke liefde, denk maar aan de rode rozen. Rood staat ook voor dynamiek en energie. Dit is ook een kleur die in een mix met andere keuren de aandacht weet op te eisen.
Geel
Geel is vaak de kleur van de eerste lentebodes zoals, de narcis, krokus en primula. Geel staat ook voor vrolijk, zonnig, zomer, zon en dominant.
Roze
Kleuren zoals roze zijn gemakkelijker te combineren en staan voor zacht, liefelijk en romantiek.
Blauw
Blauw is een recessieve kleur, in een beplanting samen met andere kleuren lijkt blauw zich terug te trekken. Blauw geeft dus diepte aan een beplanting. Een beperkt aantal planten is echt blauw.
Structuur
Structuur is bij veel tuiniers een onderschatte eigenschap. Terwijl er veel meer gebruik van deze structuur kan worden gemaakt. Planten met mooi blad verdienen een mooi opvallend plekje aan de rand van een border.
Er zijn planten waarvan de bloei bijna verborgen is of hebben karakteristiek blad, al dan niet gekleurd. De meeste planten bloeien, maar kort in vergelijking met de duur waarop ze in de border presteren. De structuur en ook de vorm van het blad zijn voor en na de bloei belangrijk. Steeds meer planten worden geselecteerd waarbij kleuren als paars en geel geen uitzondering meer zijn, kijk uit met te veel planten met geel blad want er zijn altijd mensen die denken dat deze planten ziek zijn.
Heuchera’s zijn er in prachtige bladkleuren en meestal nog meerkleurig ook, Helleborus heeft mooie handvormige bladeren. Andere planten met grote en gekleurde bladeren zijn:
- Potentilla pedencularus
- Hosta ‘Blue Angel’
- Helianthus grosseserratus
- Miscanthus sinensis ‘Pünkchen’
- Heuchera micrantha var. diversifolia ‘Palace Purple’
- Veratrum nigrum
- Rodgersia podophylla ‘Saarbrücken’
De bloei
A – bloemvorm:
In een goede beplanting is gekozen voor planten met diverse bloemvormen. Als u hier voor een goede variatie zorgt komt dit het visuele aspect ten goede.
Bij de klassieke (formele) tuin is kleur daarbij ook belangrijk. Bij de natuurlijke natuurrijke tuin komt eerst structuur en textuur en dan kleur. Bij de plantkeuze kiest u het liefst voor inheemse planten of soorten die zoveel mogelijk op hun wilde voorouders lijken. Als u dit als uitgangspunt bij uw plantkeuze hanteert dan komt het visuele aspect van kleur altijd goed.
Kies dus ook voor diverse bloemvormen, voor een klassieke beplanting is dit belangrijk, maar in nog grotere mate voor een natuurrijke tuin.
De diverse bloemvormen:
- Aren: Bijv. Salvia pratensis, Digitalis parviflora
- Knopen & bollen: Bijv. Trifolium rubens, Monarda ‘Squaw’
- Pluimen Bijv. Solidago ‘Goldenmosa’
- Schermen: Bijv. Angelica gigas, Achillia ‘Terracotta
- Margrieten: Bijv. Echinacea ‘Green Edge’
- Schermen & filters: Bijv. Stipa gigantea, Foeniculum vulgare ‘Giant Bronze’
In dit bericht bij tuinenstruinen.org gaan we uitgebreid in op bloemvormen
Dit bericht gaat over het belang van schermen in een natuurrijke tuin
b-bloeiperiode
U bent de baas, dus u bepaald dus ook wanneer de beplanting in bloei staat. Er zijn natuurlijk onder u die het prachtig vinden om in de zomer een grote bloei-explosie te hebben, maar een langere bloeiperiode samenstellen heeft feitelijk meer voordelen. Als uw beplanting is ontworpen om in een periode van een seizoen of 6 á 7 weken dan is de kans aanwezig dat de overige tijd een eenzijdig vormeloos geheel zal zijn wat meestal als saai wordt ervaren.
Een bloei die meer over de seizoenen is verdeeld zorgt er simpelweg voor dat uw tuin in elk seizoen iets heeft te bieden. Er zijn bijvoorbeeld rozen die repeterend blijven bloeien tot aan de eerste vorst en dus ook in de herfst, asters zijne echte herfstbloeiers. Als rozen stoppen met bloeien geven zij vaak prachtige bottels. De winters in de Lage Landen zullen door klimaatverandering over het algemeen zachter worden waardoor steeds meer planten langer doorbloeien. Helleborus begint in de winter te bloeien en aan het eind van de winter komen de Camellia, Forsythia, Hamamelis etc. Wat dacht u alleen al van de voorjaarsbollen en primula’s.
Door onderhoud in het najaar uit te stellen tot het voorjaar zorgt u voor schuilplekken voor insecten, egels etc. Ook zijn er planten die afgestorven een mooi “afterlife” laten zien, dit zijn voornamelijk de vaste planten met filters. Zij zijn mooi in de vorst en nog mooier met een laagje sneeuw. De holle stelen zijn dan weer goede plekken om te overwinteren voor veel insectensoorten.
Aan de slag…
Mocht u het ontwerp op papier hebben, verdeel dan uw ontwerp in een raster van 1 vierkante meter. Het raster neemt u over in de tuin, dit kan bijv. met wit volièrezand. Vervolgens verdeeld u de planten en bollen, dit terwijl de planten nog even in de potten blijven. Zo kunt nog schuiven met planten, de bollen kunt u het liefst in een emmer mengen en vervolgens over de tuin strooien voor het meest natuurlijk effect. Bollen mogen met 48 stukt per vierkante meter. Als regel, waar uiteraard uitzonderingen op zijn, kunt u de plantafstand berekenen door de uiteindelijke, dus volwassen, hoogte te delen door 2. Een plant van 1 meter hoog heeft een plantafstand van 50 cm.

Volg tuinenstruinen.org en ontvang bij elk nieuw artikel een email notificatie in uw postvak