Hoe raak je zo verslingerd aan voorjaarsbollen?
Een tiental jaren geleden had ik helemaal niks met bollen: in onze boerderijtuin was geen bol te vinden. De bloemen zijn prachtig; daar lag het niet aan. Maar ik dacht steeds: driekwart van het jaar is er van die bollen niets te zien. Het loof moet je laten afsterven en dat zou er niet uitzien tussen de vele bodembedekkers die hier staan. Daar komt bij, dat er regelmatig verplant wordt of borders opnieuw ingericht: dan haal je die bollen ook steeds over de kop.

Van lieverlee ben ik toch overstag gegaan, mede doordat ik iets bloeiends zocht, om vanaf maart tot in april de terrassen mee op te vrolijken. Daar kun je helleborussen, cyclamen of i.d in potten voor nemen, maar die staan er al genoeg in de tuin. Google heeft hier overuren gedraaid en maakte mij wegwijs in de bollenwereld.

Als dochter van een tulpen- en gladiolenkweker, waren niet alle bollen mij vreemd, maar tulpen en gladiolen had ik wel genoeg gezien en in de hand gehad. Een goede kennis verkocht allerlei voorjaarsbollen aan huis: met mijn verlanglijstlijstje ging ik bij haar te rade. Om ervaring op te doen, wilde ik de bollen het eerste jaar oppotten en in het tweede jaar onder heesters in de borders planten.
Samen zochten we een mooi assortiment bij elkaar in de kleuren blauw, paars en wit: gewone sneeuwklokjes Nivalis, dubbele sneeuwklokjes Flore Pleno, Iris reticulata Harmony, Crocus verna Jeanne d’Arc en Flower Record en Striped Beauty, Anemone blanda White Splendour en Blue Shades, Scilla siberica en alba (sterhyacintjes), Puschkinia libanotica (buishyacintjes), Hyacinten en diverse Muscari (blauwe druifjes) variëteiten. In oktober werd alles in potten, manden, schalen en kistjes geplant, op een pallet geladen en buiten neergezet. Het ‘grote wachten’ begon. We kregen een redelijke winter: bij meer dan 5 graden vorst, reden we de pallet in de schuur.
En toen kwam februari met temperaturen van rond de 13 graden en…………. oh schrik: alle sneeuwklokjes en irisjes bloeiden ineens volop. Ook de krokussen openden hun knoppen. De terrassen stonden al heel vroeg, heel mooi en heel vrolijk in kleur, terwijl de open dagen pas in maart zouden beginnen. Tegen die tijd waren alle bollen uitgebloeid, op de Muscari soorten na. Aangevuld met helleborussen, zagen de terrassen en tuintafels er toch heel fleurig uit.

Maar ik had de smaak te pakken. In augustus ging er opnieuw een bestellijst de deur uit. De ‘oude’ bollen zijn in november in de tuin geplant; potten, manden, schalen en kistjes werden dit keer pas rond half december ingeplant. Ze kregen af en toe een beetje water en kwamen buiten onder een afdak te staan. Eind februari begonnen de eerste sneeuwklokjes en irisjes pas te bloeien, gevolgd door de krokussen, Scilla, Puschkinia, Hyacinten, Anemone blanda en Muscari. Precies zoals ik het gepland had, stond alles er half maart geweldig mooi bij.
Inmiddels kwamen ook de narcissen steeds meer in beeld. Dacht ik vroeger, dat er alleen maar gele en geel/oranje soorten waren, internet maakte mij ook dit keer wegwijs. Er borrelden grootse plannen in mij omhoog. Bij de oprit, lag nog een aardig grasveldje, met veel onkruid: al jaren een doorn in mijn oog. Als ik nou eens……………….
Zomers maakte ik het veldje ‘bouwrijp’ en in augustus ging er weer een bestellijst de deur uit: dit keer aangevuld met diverse kleurrijke narcissensoorten. Het moest een veldje worden met ‘eilandjes’ van narcissen, omgeven met blauwe druifjes en de oude bollen uit de manden/potten/kistjes/schalen. Het was nog een heel gepuzzel om dat te realiseren: want zo gauw je bollen in de grond hebt zitten, zijn ze ‘uit zicht’. Allerlei takjes uit de windsingel waren een enorme hulp om de ingeplante stukken af te bakenen.
Het werd een prachtige winter met vorst en sneeuw en daardoor stonden mijn terrassen weer precies op tijd in bloei. En de nieuwe bollenborder? Vanaf half maart tot eind april genoten we van de prachtige narcissen in wit, geel, oranje omringt door het opvallende blauw van de kleine bollen.

Totdat…… de uien afgeleverd moesten worden. Protesteren hielp niet: men moest en zou die uien NU hebben. Bij het laden van de vrachtwagens stormde het windkracht 8 en, u raadt het al, die wind stond net verkeerd. Na een uur was er van mijn kleurrijk bloemenveldje niet veel meer te zien.
Toen de schuur leeg was, werd het natuurlijk ook gelijk windstil.
Al wat bleef was een stukje erf vol uienblad waar narcissen en blauwe druifjes hier en daar bovenuit piekten. Met behulp van de bladblazer/zuiger hadden we alles in enkele uren wel weer aardig opgeruimd, maar de schoonheid van het veldje was verloren gegaan onder het uienstof: dat deed mij wel erg zeer, maar……… het bleef redelijk fleurig tot in mei!
Daardoor werd ik nog enthousiaster
In mijn hoofd ‘groeide’ een tweede bollenveld.
De windsingel aan de andere kant van de oprit, zag er altijd erg rommelig uit: blad, takken, onkruid wekten steeds meer ergernis op. ‘s Winters hebben we de singel uitgedund, bomen gesnoeid, alles opgeruimd en de grond opgehoogd. In het voorjaar kreeg deze border een beetje body door het inplanten van diverse sierheesters: Hibiscus, Leycesteria formosa, enkele Buddleja soorten, Weigela variëteiten: al dan niet met bont blad, Hydrangea Paniculata, Sambucus Nigra ‘Black Lace’ en ‘Black Beauty’, Physocarpus diablo, Caryopteris ‘Heavenly Blue’ en de bontbladige variant: Caryopteris ‘White Surprise’.

foto; Wies Voesten De Stekkentuin
In de zomer werd het internet weer geraadpleegd en vele bollencatalogi doorgespit, alvorens er een beplantingsplan in mijn hoofd begon te groeien. Geen tulpen: die zijn niet betrouwbaar ‘vast’. De geplante narcissen van vorig jaar hadden schitterend gebloeid en als ‘soorten verzamelaar’, was het al gauw een uitgemaakte zaak, dat ook hier vele narcissenvariëteiten geplant zouden worden, omringd door allerlei ‘bijgoed’ in wit en blauw.

Deze windsingel-border had een lengte van 55 meter en een breedte van meer dan 5 meter. Het viel niet mee om uit te rekenen hoeveel bollen er nodig waren. Temeer, omdat ik ook nog volgens een bepaald patroon te werk wilde gaan. Op zich maakte dat niet echt uit: de border hoefde niet in één jaar vol.
De Noordoostpolder heeft het grootste tulpenareaal van Nederland, maar narcissen zijn er bijna niet te vinden. Via via vond ik een tulpencommissionair, die er aardigheid aan had, om voor mij allerlei narcissensoorten op te sporen. “Lever maar een lijstje in” zei hij …..
Dat heeft die arme man geweten: het lijstje werd een lijst van ruim 150 narcissensoorten/variëteiten. Die commissionair had echt zijn best heeft gedaan (en mij behoorlijk gematst qua prijs). Bij het ophalen, schrok ik wel van de hoeveelheid. Ruim 12.500 bollen, w.o. 6000 narcissen in 135 verschillende soorten/variëteiten keken me vol vertrouwen aan. Kleine botanische soortjes zoals de gele Bulbocodium Conspicuus, de wit/gele Jack Snipe, wit roze Bell Song, maar ook grootbloemige Broughshanes en Standard Value, kleinkronige Poeticus variëteiten en grootkronige Ice Follies (wit/geel) en Professor Einstein (wit met oranje), vlinderbloemige Trepolo: wit met oranje hart, spleetkronige Apricot Whirl (prachtig wit met zalmoranje), dubbelbloemige White Medal en de bijzondere Rip van Winkle. Van alles wat: zowel vroeg-, als laatbloeiende narcissen, al dan niet geurend. In mijn hoofd groeide een prachtig bloeiend voorjaarskleurenpalet.
Toen manlief die ‘berg’ bollen zag, bracht hij mij gelijk weer met beide benen op de grond: “Waar ben je aan begonnen. Kun je ze niet terugsturen???”.
Die berg bollen bezorgde mij op zich geen probleem, maar ……… het regende alle dagen en de grond was één zompige massa geworden. Geduld, geduld!! Geduld?? Na de ene natte dag volgde er weer een andere! Ik begon me toch een beetje ongerust te maken: tuinplanten kun je maanden laten staan; daar gebeurd niets mee, maar bollen………….
Begin november werd het eindelijk een beetje droger. Vol goede moed begon ik met het inplanten: zolang het droog bleef, kon je mij elke dag buiten vinden.
Aan het eind van de middag werd het ingeplante stuk met een flinke laag compost en afgevallen blad af gestrooid: tegen het dichtslaan van de grond en als dekmantel tegen de vorst. Half december, net voor de vorst, was de klus geklaard. Ik kon het voorjaar wel uit de grond kijken! Maar: wat was het mooi, precies zoals ik het de gehele winter voor ogen had gehad. Tot half mei genoten wij en onze bezoekers volop van de kleurenpracht.
In de jaren erop, zijn er steeds bollen bij geplant, totdat de hele strook vol was. Natuurlijk kreeg elke narcissensoort een eigen naambordje. Het plantschema staat, compleet met foto’s, in de p.c., maar: als het geheel bloeit wil ik wel ter plekke buiten kunnen lezen om welk soort het gaat.
In deze tijd is het elke dag een feestje om langs de bollenborders naar de brievenbus te lopen: er is steeds meer kleur te zien. Sneeuwklokjes bloeien volop, de eerste Iris reticulata soorten bekennen kleur en diverse narcissen zitten vol knoppen.
Ook mijn terrasbollen liggen op schema.
Tja: er zitten ook dit jaar uien in de schuren, maar ik hoop dat die deuren dicht blijven tot half mei 😊
Wies Voesten