Tuinvedettes uit Gj. Deunk’s archief: Jan van Opstal en Jo Willems (2), een eerbetoon

Nogmaals komen de heren van tuin De Heerenhof voor het voetlicht, net als in de gedrukte versie van Tuinvedettes. Nu echt het laatste deel in deze serie als eerbetoon aan Gerritjan Deunk.

Mien jong, wat bis dich noe aan het doon? 

Tuinspecial 2 (NTs) voorjaar 1994 door; Gerritjan Deunk.

Je verwacht het niet als je het huis vanaf de straat bekijkt. Een laag huis met beneden een groot raam en een deur ernaast. Maar achter het huis bevindt zich een enorme tuin van 120 meter diep, de ‘Heerenhof’ . Sinds enige jaren werken Jan van Opstal en Jo Willems met hart en ziel in hun indrukwekkende tuin die ook deze zomer een paar dagen opengesteld zal worden voor de donateurs van de Nederlandse Tuinenstichting. Een gesprek met Jan van Opstal over wat er niet was en nu is. 

Toen we hier midden jaren tachtig kwamen was het terrein schrikbarend. Achter het huis tot aan de boom lag een grasveld, daarachter een aardappelveld, vervolgens ondoordringbare brandnetels en aan het einde van het perceel lag het ‘stort’. Achterin stonden nog een paar vruchtbomen. In het begin hebben we er nauwelijks iets aan gedaan. We hebben een grasveld aangelegd op het aardappelveld en heel veel goudsbloemen en eenjarige geplant.Met gulle hand gestrooid. Dahlia’s die Jo had meegebracht van de boerderij, rode pomponnetjes tussen de gele goudsbloemen. Een fantasie in oranje-rood, met het paars van de dahlia’s van mijn opa. Volkomen zonder structuur, maar wel heel leuk. Heel veel vruchten hadden we. Toen we pas hier woonden, waren het hele goede oogstjaren. Er is nog maar één perenboom over. Het is een boom met twee soorten, bovenin hele zoete en onderin stoofpeertjes. En toen zijn we van voren naar achteren aan de gang gegaan.

Eerst dichtbij het huis. We konden het huis hiernaast kopen waardoor de oorspronkelijke tuin veel breder is geworden, vooral het gedeelte direct achter het huis. Pas toen we dat erbij kochten, kwam er eindelijk een plan voor de tuin. We hebben eerst een tuinarchitect gevraagd een schets te maken. Daarvan hebben we alleen de structuren van het pad overgehouden. Hij had allerlei detailplannen over het huis en vijvers en bosjes. Dat allemaal dus niet, alleen het slingerpad. En dat pad is eigenlijk de ruggegraat van onze tuin, evenals de vorm van de vijver, hebben we niet zelf bedacht. Want hoe ga je nou met zo’n tuin om? Hoe vul je een ruimte van 112 x 12,5 meter? Hoe voorkom je dat het een vervelende pijpenla wordt?

janjo tussen

Bij de grote boom in het midden van het gras was het al meteen duidelijk dat we daar zo’n ouderwets rondeel wilden, met klinkertjes, mergelstenen en engeltjes. Later hebben we nog een serre aangebouwd waardoor het terras vergroot moest worden. Het oorspronkelijke terras is toen uitgebreid en voor een deel uitgegraven. Het terras ligt lager dan de tuin. Over het tuingedeelte bij het huis waren we niet zo tevreden. Het terras wordt weer uitgebreid, het wordt nu gelegd waardoor het  grindplekje ruimer wordt. En er komt een kleine border links van het terras waar het vreselijk warm kan worden, bijna mediterraan. De klimmers zijn hierin geen probleem, de borderplanten wel. Oorspronkelijk lag hier een heel wit terras op het zuiden, witte tegels, wit grind, waardoor je er ’s zomers zonder zonnebril eigenlijk niet kon zitten.

Er komt nu een klinkerbestrating met buxusvakken om zo het geheel meer in te kleden, en wat minder variatie in beplanting, rondom blauweregen met af en toe een roos ertussen. Simpel, een carré, een entree naar de tuin. De Catalpa op het terras is dood en we weten nog niet precies wat we daar gaan planten. Op het randje van het terras en het gazon stond vorige zomer een ‘luxaflex’ van Verbena bonariensis. Eerst was het heel vol met salvia, allium en toen werd het echt een wand van wel 130 centimeter hoog. Je kon dus niet meer de tuin inkijken en ik wil vanuit de keuken de tuin zien. Maar nu vind ik het ook heel mooi, nu het helemaal plat is. Planten zijn om mee te experimenteren.

Rechts van het huis hebben we een kasje gebouwd. Afdeling Jo. Ik weet waar alles staat, maar ik doe daar verder niks mee. Via de ‘holle’ weg naast de kas bereik je de hoger gelegen tuin en maakt het pad een eerste lus naar het rondeel en de boom, een Fraxinus excelsior. Rechts zie je de eerste border, de blauwe border. We zijn vier jaar geleden heel streng op kleur begonnen en nu gaan we steeds meer nieuwe kleuren daar doorheen mengen. Wat zwieriger. Dat is eigenlijk begonnen met de witte border die we maar niet mooi kregen. Want als je maar wat wit hebt, wordt het heel gauw saai. Nu doen we in het blauw iets paars-blauw, in het wit wat zachte tinten en in het rood paars-rood. In de blauwe border hebben we kleinbloemige Clematis en Verbena vermengd, en niet meer alleen op bloemkleur, maar ook op bladkleur en bladstructuur. Het grijs komt vooral in het blad terug, grijs-blauw. Er staan wat alliums tussen, paars, niet te roze, want anders wordt het zo zoetig. De meeste variatie zit in het wit en het geel. In het begin hadden we een hele gele tuin met veel boerenplanten: Achillea filipendulina, Oenothera missouriensis en Alchemilla mollis, de gewoonste die er zijn. We hebben geprobeerd om ze allemaal eruit te gooien, maar dat lukte niet, het zijn er teveel. Nu variëren we van geel naar peach toe en dat geeft een heel nieuw beeld. We komen dit jaar weer terug op de rode pomponnetjes tussen de gele goudsbloemen. Nu wordt het door de variatie weer spannend. De toepassing wordt alleen veel subtieler. Je past het bewuster toe en de variatie is groter door je ervaring. Met kerstmis bespreken we wat we gaan veranderen in kleur of in vorm.

janjo tussen

Vervolgens kom je bij de boom. In het vorige tuinenboekje van de Tuinenstichting stond dat het een acer is maar het is een es. We hadden zoveel ontzag voor de tuinencommissie dat we dat voetstoots hebben aangenomen. Maar het is een hele gewone es, die ik ooit gedeeltelijk heb willen omzagen omdat hij de zon weghoudt. Goddank dat ik dat niet heb gedaan. De boom maakt de tuin volwassener. Vanuit het huis heb je zicht op die enorme boom en zie je eigenlijk niet dat er nog een hele tuin achterligt. Dan kom je in het rozenlaantje dat volstaat met ‘New Dawn’ en ‘Schneewittchen’. Makkelijke rozen, ze bloeien lang door, ruiken niet te sterk. In het begin wisten we niets van rozen, dus kochten we iets makkelijks. Achteraf weer spijt, te weinig variatie, maar die zetten we er nu tussen. Ik vond rozen eerst heel moeilijk, maar net als met clematissen wordt het nu steeds interessanter , vooral  de botanische rozen, de muskusrozen en de boomrozen die gewoon hun gang gaan. Dus niet die vreselijk gecultiveerde rozen zo stijf als een stok. Oude rozen, kleinbloemig of enkelbloemig. Sinds kort is hier een rozenkweker vlakbij, dat stimuleert, je kunt zien wat je krijgt.

Het afgelopen najaar hebben we een heel nieuw assortiment nieuwe rozen geplant, overal tussendoor. Geen rozenperk dat vind ik vreselijk. In een vaste-plantenborder, tussen de heesters, overal staan nu de rozen. En ook in de wilde heg links en rechts, tussen de vlier, Gelderse roos en de meidoorn. Een goedkope , gemengde wilde heg. Omdat we hier in het begin huurden, wilden we niet teveel kosten maken, dus kochten we stokjes van een paar gulden en geen dure beukenhaag. In tien jaar tijd is het een prachtige, hoge heg geworden. Heel gevarieerd van structuur en kleur, af en toe wat bessen. Het grootste werk is het snoeien, heel strak. Dan is hij het mooist, hij mag niet te overheersend zijn in de tuin die toch al zo ‘smal’ is. Alhoewel, we hebben als achtergrond een park met hoge bomen die boven de heg uitsteken en de buren hebben nog wat kersen gezet. De omgeving doet ook mee.

Ik hou ervan om in water te turen, Vroeger hadden we een poeltje van 1 bij 1m20 of zoiets. En we legden een vijver aan omdat we dachten dat we dan minder werk hadden. Een vergissing bleek later. We kregen een lek door een woelrat en dan moet je dus drie keer de vijver rond om te voelen waar het lek zit en dan zit het onder de brug! Met je snorkel kun je dan gaan plakken. Van randafwerking wisten we niets, dus je doet maar wat. Vervolgens bleven we elk jaar veranderen. Jammer dat je bepaalde dingen niet eerder weet. Je komt erachter door schade en schande. Naast de vijver is een klein terrsje met een gietijzeren bankje. Bij het graven van de vijver hebben we de aarde gewoon naast de vijver gedropt. Zo ontstond een verhoging en uit de oude beukenhaag met de buren hebben we een haag aangelegd in een halve cirkel. Zo ontstond een heel speciaal prieeltje als onderbreking van de pijpenla. Dus vooral geen strakke hagen en kamers maken. Dat vind ik te makkelijk. Daarom is ook het basisplan zo goed. Via het pad kom je van de ene sfeer in de andere, maar niet door een poortje en ook niet in het isolement van hoge hagen. Zo’n beukenhaagje is speels, ik zit daar graag , ver weg van het huis, ik hoor geen telefoon of bel.

janjo tussen

Over het laatste stuk van de vijver zie je het lindenprieel. Het is een dubbele ronding en moet nog veel groeien. Er staat alleen maar groen, geen bloemen, wel Buxus. Hoewel hier geen bloemen staan, blijft het een gevecht. We hebben er Clematis door gegooid, veel bollen geplant en zijn begonnen met helleborussen aan te planten. Alleen in het voorjaar is het vol bloemen en de rest van het jaar is het een rustpunt van groen. Eigenlijk is het prieel een herhaling van de boom. Een centrale cirkel. Bij het huis is het weelderig, dan krijg je de boom, bij de vijver is het weer weelderig en dan krijg je het prieel. Structuren, niet echt gepland , maar het is wel goed, het klopt. er zit ritme in. Daarna komt zes meter bloemenborder. We hebben geen echte bloemenborder in de stijl van Gertrude Jekyll, van 30 meter lang en 5 meter breed. Dit komt er voor mij het dichtsbij. Paarsrode-purpergrijze border. Een nieuwe spannende plek met Sedum ‘Herbstfreude’, donkere dahlia’s, veel éénjarige – Jo zn afdeling – , melde, roos ‘Blue Magenta’, alliums, zwarte tulpen ‘Queen of the Night’ in het voorjaar, zwarte viooltjes, grootbloemig en kleinbloemig, daarachter komt onze buxustuin: moestuin annex opslagplaats voor planten, kwekerij etcetera. Een plek om te experimenteren. Ik zou daar graag gerst willenplanten. Ik heb ooit een veldje gezien van gerst , prachtig. De buren zullen me wel weer voor gek verklaren:’mien jong, wat bis dich noe aan het doon?’ Als slot hebben we de boomgaard met nieuwe fruitbomen en één oude peer. Daar wonen ook de kippen, pauwen, eenden en andere gevederden. Als afsluiting met de kwekerij een schutting met rozen. Toch nog één gesloten wand in de tuin, maar wel een wand een weelderige tuin waardig.

5-gerritjan-deunk
Door Gerritjan Deunk

Beste GJ

Regelmatig zagen wij elkaar, de ene keer in Het Gooi en de volgende keer hier in de Zaanstreek, zo ging dat enkele jaren door. Ik mag best wel zeggen dat ik telkens uitkeek naar onze brainstormsessies. Je enorme kennis over tuinarchitectuur en de geschiedenis daarvan was voor mij altijd zeer inspirerend. Zolang iemand opbouwend is met zijn kritiek kan ik daar redelijk mee omgaan, maar toch diep van binnen denk ik vaak laat maar ……, ik ga toch mijn eigen gang, ook al was dat niet altijd de makkelijkste weg naar mijn doel. Van jou kon ik veel hebben. Misschien was dat wel omdat wij beiden een drang hadden naar zelfstandigheid. Je wist het in ieder geval goed op mij over te brengen en deed ik het ook in de praktijk toe te passen. Vaak zaten wij uren ongemerkt over de tuinenwereld te kletsen. Iedereen kwam aan de beurt van Carrie en Carien tot Noël en Arjan. Ik had er enorm veel aan en zat na onze sessies vol inspiratie en schrijfdrang. Je was voor mij een echte inspirator, dat deed mij altijd goed. Ik mis dat ook enorm. Misschien kan je mij nog eens wat in mijn oor fluisteren als ik vaak tot diep in de nacht met TuinenStruinen bezig ben. Jouw schrijfsels die ik van je mocht publiceren blijven als een soort monument en eerbetoon op de site staan. Ik was altijd erg trots om met je samen te werken, we hebben destijds afgesproken dat ik jouw tuinboek Nederland mocht publiceren dat ga ik dit jaar ook doen. Om een verhaal over jou te schrijven verwees je mij naar een special over je in Terra Architectura dat wordt zoeken, maar het verhaal komt ook nog wel aan de beurt, ik ben het niet vergeten! Bedankt voor je stapels boeken en tijdschriften, ik heb daar nog steeds veel gemak van. Eens komt er een moment waarin we vast zullen bespreken of ik het allemaal goed heb gedaan. Lieve GJ, we’ll meet again.

Michaël