
Om de niet winterharde, vaak exotische planten die ontdekkingsreizigers in de 17de eeuw meenamen na hun verre reizen te kunnen laten overwinteren ontstonden de eerste Oranjerieën. Een Oranjerie is een betonnen gebouw met zoveel mogelijk glas op het zuiden gericht. Het waren vaak de welgestelden die zich er een konden veroorloven maar ook de rijke universiteiten hadden vaak een Oranjerie. De naam ‘oranjerie’ is ontstaan omdat men een voorkeur had voor het telen van citrusplanten.
Behalve ramen in de muur en soms ook in het dak, is er meestal een warmtebron aanwezig om de temperatuur hoog te houden. Het idee om bepaalde planten te beschermen tegen de elementen is op zich vrij oud.
De Romeinen bouwden al eenvoudige kassen van mica om de groei van komkommers te bespoedigen. Hierna zou het concept lange tijd in Zuid-Europa blijven hangen. Zo is er bewijs dat er in 1385 in Zuid-Frankrijk een glazen paviljoen stond, ook met ramen op het zuiden, waarin bloemen werden gekweekt.
Het begin van het beschermd tuinieren en daarmee van de oranjerie, vond plaats in Pisa (1544) en Padua (1545). Op de universiteiten van deze steden werden de eerste botanische tuinen van Europa geopend. Vanaf dat moment zorgde de wisselwerking tussen de groeiende interesse voor botanische studies enerzijds en ontdekkingsreizen anderzijds voor toenemende kennis over en uitvoering van gecontroleerde teelt. Het Oranjerie-concept kreeg ook bekendheid doordat één van de rijkste families van Europa, de Duitse familie Fugger, in 1535 ook al een gebouwtje had voor beschermde plantenteelt.
In Nederland werd de Hortus van Leiden rond het einde van de 16de eeuw verblijd met een zogeheten ‘ambulacrum’. Dit was een van luiken voorziene bewaarplaats voor niet-winterharde gewassen. Dit telt als de oudste oranjerie van Nederland. Feitelijk was het niet meer dan een afgesloten ruimte die in de koude Noord-Europese winters konden worden verwarmt. Pas later kwam het besef dat planten in deze periode ook behoefte aan licht hebben.
In de 17de eeuw krijgt de oranjerie meer bekendheid en raakt zelfs in de mode. Dat begint in de Republiek der Verenigde Nederlanden, waar de zeevaart op dat moment op zijn hoogtepunt is.
Nog gedurende de eerste helft van deze eeuw slaat het enthousiasme over naar Engeland. In die periode waren de verhoudingen tussen beide staten bijzonder warm. Ze hadden samen opgetrokken tegen de Habsburgers, hadden in 1588 samen de Spaanse Armada verslagen en Engeland had de Republiek gesteund tijdens de 80-jarige oorlog. Binnen dat vriendschappelijke klimaat duurde het niet lang voordat een spectaculaire nieuwigheid als de oranjerie de Noordzee overstak.

Een belangrijke wegbereider bij de popularisering van de oranjerie was Jan Commelin (1626-1692). Dat was een bekende Nederlandse botanicus en professor plantkunde. Hij was één van de mede-oprichters van de Hortus Botanicus in Amsterdam en verdiende een fortuin met de verkoop van medicinale planten aan apothekers en ziekenhuizen.
Commelin was botanicus in een tijd dat zeevaarders thuiskwamen met tal van planten uit streken als Afrika, Indonesië en ook Zuid-Europa. Bovendien had hij uitstekende contacten bij de VOC. Later in zijn leven gaat hij veel van deze planten dan ook in kasachtige gebouwen telen op zijn buitenverblijf Zuyderhout in Haarlem. In 1676 publiceerde hij tenslotte ‘Nederlandtze Hesperides’ een eerste standaardwerk over het houden van citrusplanten in een noordelijk klimaat.

Ondertussen was de oranjerie trouwens niet meer de enige vorm van beschermde plantenteelt, want de serre of wintertuin en het palmenhuis kwamen ondertussen ook voor.
Veel historische en met name ook grotere oranjerieën zijn gerestaureerd en worden nu vaak uitgebaat als restaurant en/of als gelegenheid voor bruiloften en partijen. Enkele historische oranjerieën zijn als toeristische attractie te bezoeken.




Hortus Botanicus Leiden – Hortus Botanicus Amsterdam – De Oranjerievereniging – Dier en Natuur Info – Nederlandse Tuinenstichting
Fotografie op de Hortus Botanicus Leiden: Hans Clauzing
Hans Clauzing geeft ook regelmatig fotografie-workshops op de Hortus in Leiden, kijk hier voor meer informatie.